DE VIOOLBOUWER

Van contrabas tot viool . . . 

“Prelude”
Zoals velen ben ik met AMV lessen op de muziekschool begonnen. Echt fan van de blokfluit ben ik nooit geworden. Maar sinds ik op mijn 9de met klarinetlessen begon hebben de klassieke muziek en muziekinstrumenten altijd een belangrijke rol in mijn leven gespeeld.

” Eerste akte”
Op mijn dertiende was ik in een bibliotheek en vond een boek over strijkinstrumenten en hun historie. Ik raakte onder de indruk en besloot om een viool te bouwen zonder dat ik daarvoor ervaring of bouwtekening bezat. Ik nam het prachtige voorbeeld uit het boek van een Stainer model en tekende het precies na en vergrootte het tot het op ware grootte was. Dat was mijn eerste bouwtekening. Het bovenblad is toen ooit afgekomen zonder de inleg en daarna in de vergetelheid geraakt.

“Tweede akte”
Begin jaren ’90 viel ik als klarinettist in bij een promenade orkest. Men vroeg mij om ook het volgende seizoen te blijven spelen. Dat vond ik wel goed, met de vraag of ik op de onbespeelde contrabas mocht oefenen. De (prof) contrabassiste van het orkest heeft me meer dan wegwijs gemaakt op het instrument. Al snel speelde ik contrabas in het orkest. De contrabas heeft me tot nu toe niet meer los gelaten. Een jaar nadat ik begonnen was met contrabas spelen, ging het orkest helaas ter ziele en werden de instrumenten verkocht. Ik werd de trotse bezitter van een contrabas die in een zeer slechte staat verkeerde.
Een bekende vioolbouwer, uit Den Haag die ik om raad vroeg om de bas op te knappen, vond het een te grote klus, die bovendien veel te duur zou worden. Hij zette me aan om het zelf te doen. Zo gezegd, zo gedaan. De bibliotheek ingedoken voor recepten over lakken, restaureren enz.. De bas had na een half jaar een geheel ander uiterlijk en was weer goed bespeelbaar.

“De nog niet afgelopen derde akte” 
Sindsdien ben ik steeds meer strijkinstrumenten gaan repareren en afstellen. Ik kwam op een gegeven moment in gesprek met de viool- en gambabouwer Arjaan Westdorp (Den Haag). Hij nam mij vriendelijk, maar streng onder zijn hoede. Al snel werd het van een avond (als hobby) in de week naar 1 dag per week serieus stage lopen om alle voorkomende werkzaamheden te leren uitvoeren. Het Atelier van Arjaan en zijn vakkundige manier van werken is nog steeds een grote inspiratiebron voor me.
In 2006 kwam ik in contact met Edwin Katzie (te Neck). Ook bij hem werd ik stagiaire.
Nadat Edwin zo’n dertig jaar in het vak zat, heeft hij in juli 2007 zijn zaak aan mij overgedragen. Een door mij lang gekoesterde wens is hiermee in vervulling gegaan.

Na een aantal jaren een eigen zaak te hebben, mag ik terug zien op een goed genomen stap. Veel reparaties zijn inmiddels onder mijn handen vandaan gekomen, waaronder ook zeer kostbare en oude instrumenten. Het oudste instrument wat ik gerestaureerd heb, was uit 1693. Een prachtige cello, die nog steeds prachtig klinkt.

Naast het repareren en restaureren, komen ook velen om een instrument te huren. Het is altijd weer leuk om te zien hoe trots een ieder de deur uit gaat met een leuk instrument en een goede uitleg rijker.

Het bouwen van nieuwe instrumenten doe ik in opdracht. Het creëren van het begin tot het einde met de specificaties van de klant geven elk instrument een unieke kans om kennis te vergaren, toe te passen en te delen. Op deze wijze bereik je een optimale tevredenheid.

Het belangrijkste onderdeel voor mij in het contact met klanten is het ruim de tijd nemen om alles eenvoudig, maar doeltreffend uit te leggen. Ook het overleggen met de klant over de reparaties en de wijze waarop staat bij mij hoog in het vaandel. Elke klant vraagt een andere manier van benadering en overleg. Dat maakt het vak veel leuker dan ik ooit had kunnen bedenken.

Zo zie je maar dat een contrabas er voor kan zorgen dat je vioolbouwer wordt…….

Leave a Reply